Ik loop de mistige dag binnen.
Terwijl ik de ganzen en de bomen passeer, wens ik ze een gelukkig nieuw jaar. Ze lijken niet onder de indruk.
Ik hoor mijn ritmische pas in het zandpad, alsof ik de zwaarmoedigheid van vanmorgen van me af wil stappen.
Voelend dat het werkt, besluit ik halverwege om het grotere rondje te nemen. Kleine druppels vallen geruisloos om me heen, mijn gezicht voelt koud en fris.
Abrupt onderbreek ik mijn ferme pas om het spelletje te spelen dat de specht en ik bijna dagelijks doen; Ik hoor je wel, maar ik zie je niet.Mijn ogen glijden zorgvuldig langs de stammen en de takken.
“klopklopklop”, elke voorzichtige stap lijkt het geluid dichterbij én verder weg te brengen.
Dan zie ik hem ineens wegvliegen. Sorry specht, wilde je niet laten schrikken, denk ik glimlachend. Ook jij een gelukkig nieuw jaar.
Ik vervolg mijn weg.